Monday, September 24, 2007

Amazing Grace

"your cristal ball
you keep it hid"

uit 'Grace Kelly Blues' - Eels

Grace Kelly. Anderen dromen van de Pamela Andersons en de Beyonces van deze planeet. Ik droom van Grace Kelly en ontwaak met de glimlach. Een vrouw zoals de goden ze zouden beeldhouwen: stijlvol, bescheiden en bovenal adembenemend. Een prinses lang voor ze prinses werd. Het alziende oog van de meester zag het ook. Alfred Hitchcock caste haar terecht in 'Dial M for Murder', 'Rear Window' en 'To catch a Thief'. Brando had het ongenoegen te moeten vernemen dat ze haar rol als zijn tegenspeelster weigerde in 'On the Waterfront'. Ze liet tranen vloeien en geweren knallen om met haar versgeronnen beau Gary Cooper de horizon tegemoet te rijden in 'High Noon', de moeder aller westerns.

In 1956 treedt ze in het huwelijk met Rainier van Monaco en werd in één klap de beroemdste en meest geliefde prinses ter wereld. Of ze zelf tevreden was met deze keuze, daar hebben we het raden naar. De vele filmopnames van prinses Grace doen ons daar sterk aan twijfelen. Een vermoeide, droeve blik wint het vaak van de artificiële glimlach. Zesentwintig jaar na het droomhuwelijk maakt ze een fatale crash met de wagen, dochter Stephanie overleeft het ongeval. Alfred Hitchock wist haar intrede tot de Grimaldis misschien nog het best samen te vatten met "I'm very happy that Grace has found herself such a good part."

Monday, September 17, 2007

Wraken staat vrij pt. 1

"If you gotta fight... fight dirty!"



Sonny Chiba. Wat kan ik zeggen. Dat ik eigenlijk bitter weinig over de acteur weet. Dat ik hem voor het eerst, eveneens zonder het te weten, zag als de zwaardsmit Hattori Hanzo in Kill Bill. Dat ik zeer te spreken ben over de Streetfighter trilogie waar Chiba de perfecte anti-held Terry Tsuguri tot leven wekt. Een karatemeester annex huurmoordenaar die niet alleen naar behoren ass whoopt maar tevens even corrupt en leep is als zijn steeds kleiner wordend clubje vijanden. Op (de weinige) momenten dat Tsuguri het onderspit delft zien we steeds een flashback van hoe hij als jonge knaap getuige is van de fussilering van zijn vader en diens laatste woorden: "be better than your enemies!" Waarop de straatvechter daad bij woord voert.

Chiba levert als zwart geklede wraakengel het nodige vermiljoen rood door schedels in te slaan (met old school röntgen effect, later in digitale versie gebruikt in 'Romeo must die' met Jet Li), hier en daar een cruciaal orgaan uit te rukken en er duchtig op los te meppen en te schoppen. Immer fantastisch is het ritueel dat Chiba opvoert alvorens hij zijn nemesis laat kennismaken met dodelijke voeten en dito vuisten: het opspannen van de spieren door een imaginair, veel te zwaar beladen winkelkarretje voor hem op te duwen en hierbij een geluid uitkermend dat men doorgaans associeert met stevige constipatie. De legende wil dat deze films de eersten waren die een X-rated quotering kregen wegens te geweldadig. Bruce Lee blijft mijn ultieme kung fu held maar Sonny Chiba staat nu op de tweede plaats in de nek van de draak te fluimen.

Wednesday, September 12, 2007

Cremer vs Cremer

"Het leven is een éénmansguerilla"


"Ooit word ik beroemd" zei de jonge Jan Cremer. Nu zijn er wel vaker jongelui die dit voornemen plegen te hebben. Sommigen vinden later werk als pompbediende of rekkenvuller of weten je in een zwierige volzin de weg naar de dichtbijzijnde kroeg te beschrijven. Maar niet Jan Cremer. Hij werd beroemd. Hij verstond als geen ander dat provocatie een uitstekende vorm van publiciteit is. Zo hing hij als achttienjarige een prijskaartje van een miljoen gulden aan een schilderij van eigen hand. Door dit te doen verscheen hij op de nationale televisie. Jan Cremer was een schilder die schijver werd... voor hij tot de vaststelling kwam dat hij toch eigenlijk een schilder was. Zo publiceerde hij in 1964 de roman 'Ik Jan Cremer'. Het boek deed aardig wat stof opwaaien bij de goegemeente. De roman stond dan ook bol van geweld, vrije liefde en nam het op voor een levenshouding die bij de brave burgers niet door te beugel kon. De niet zo brave burgers hadden er echter een held bij voor het leven en Cremer werd zo'n beetje de Hollandse Kerouac. De roman beschrijft hoe Cremer als jonge snaak gekneed wordt in weeshuizen tot de full grown hedonist die nu eens een hart, dan eens een neus breekt.

Cremer was de oermens, de übermacho die zonder pardon een vork in de hand van zijn vrouw plantte als die een hapje uit zijn bord wilde proeven. De wetten van het weeshuis weetjewel. 'Ik Jan Cremer' is het soort jongensboek dat je het gevoel geeft dat anderen welliswaar ervaren bij een voetbalmatch. Het GRRRRRRR gevoel. Niet dat het in de bedoeling van de schrijver lag maar het kickstart je zelfvertrouwen. In het geval van Cremer is zelfvertrouwen synoniem voor zelfverheerlijking en egoïsme maar het werkt wèl. "Ik lees niet, ik word gelezen" aldus Cremer. Met de opbrengst van het boek vertrekt hij in 1964 naar New York en vestigt zich in het vermaarde kunstenaarshol Chelsea Hotel. Na het eerste boek volgde er een 'boek twee' en het magnum opus 'De Hunnen'. In de jaren zeventig ruilde hij de schrijfmachine terug in voor verf en penseel en verfijnde zijn vroegere 'peinture barbarisme'. Zijn werken, waarin steeds elementen van het Hollandse landschap terugkwamen, sloten nauw aan bij het abstracte expressionisme van Karel Appel en de Cobra beweging. Later wist hij zijn schilderwerk te combineren met zijn vele reizen. Deze waren vaak een reconstructie van de trektocht van de Hunnen onder Attila en de Mongolen onder Djenghis Khan. Met deze volkeren voelde hij zich sterk verwant, zelfs voordat een genealoog ontdekte dat Cremer zelf langs moederskant uit Mongolië stamt.
Vandaag een week geleden zag ik een documentaire over het fenomeen Jan Cremer. Altijd hartverwarmend om vast te stellen dat je jeugdhelden, dood of levend, af en toe nog eens wat airplay krijgen. Hierdoor worden ook de herinneringen die eraan vast hangen smeulende gehouden.

Monday, September 03, 2007

il cattivo

"When I'm paid, I always follow my job through. You know that."
Angel Eyes in The Good, The Bad and The Ugly


"Best of The Bad. Love & Light" staat er in de grafzerk gegrift van acteur Lee Van Cleef. Ik ken een aantal wereldleiders (verleden- en tegenwoordige tijd) die meer recht hebben op deze titel maar als er iemand met overtuiging een slechterik kon neerzetten op het witte doek dan was het wel Van Cleef. Met een overschot aan coolness en in zwarte goedzittende pakken en scherpgerande hoeden tilt hij films als 'The Good, The Bad and The Ugly', 'Fistful of Dollars', 'High Noon', 'The Big Gundown' en 'Sabata' naar een hoger platform. De acteur met Nederlandse roots had immers het talent zijn oogleden zodanig dicht te knijpen dat men, mochten er geen oogballen achter zitten, er met moeite een muntstuk tussen zou kunnen duwen. Hij is ook één van die bad guys waar de toeschouwer, al dan niet stiekem, mee sympatiseert. Van Cleef verstond ook de kunst van het zwijgen. Zo reduceerde hij regelmatig zijn dialoog tot enkel de essentie overbleef. 'Sharpening your tools' noemde hij het zelf.