Monday, March 31, 2008

Leven na de goot

"Où les petits ont froid, ne dorment pas, ont peur ;
Un nid que doit avoir glacé la bise amère… "

- Arthur Rimbaud



Je kon er de afgelopen maand niet omheen: het duistere broederschap Lanegan / Dulli. The Afghan Trees. The screaming whigs. The Gutter Twins. In de geschreven pers las je dan ook regelmatig dat hun debuutplaat 'Saturnalia' het best tot zijn recht komt als de kleine kinderen naar hun bedjes gebracht zijn, de geest uit de fles getoverd mag worden en men het televisiedekentje inruilt voor de ravenzwarte mantel der verdorvenheid. Een mens wordt ouder en heeft afgaand op dit soort zeemans(verkoop)praat al een kat te veel in de zak gekocht. Argwaan was dan ook een bondgenoot bij de eerste beluistering. Muzikaal is er allesinds niets nieuws onder de zon. Dat lag ook niet binnen de verwachtingen als je weet dat het instrumentarium gehanteerd wordt door Greg Dulli's vaste companen van The Twilight Singers. Hier moet dan ook wel bijgezegd worden dat dit er garant voor staat dat geen enkel van de twaalf tracks zich aan de foute kant van de grens der ondermaatsheid bevindt. Maar wat het schijfje echt doet knetteren is de wisselwerking tussen de illustere frontmannen. Teksten als "With my idle hands there’s nothing I can do but be the Devil’s plaything, baby and know that I’ve been used" komen uit Lanegans mond gegleden als sigarettenrook onder een schimmige staatlantaarn. De littekens, de geesten, de alcohol, de eenzaamheid, de zelfhaat werden allemaal op de brandstapel gegooid en uit hun as onstond 'Saturnalia'. Toch vind ik het geen plaat die per sé gedraaid moet worden om bij volle maan met de wolven mee te huilen. Die job is immers fulltime bezet door een jongeman genaamd Ricky Nelson. Ik vond The Gutter Twins erg aangenaam bij een geurende kop mexicaanse koffie op een zondagmiddag. Ik denk zelfs dat de zon scheen buiten. Le sacre du printemps.