Thursday, January 10, 2008

Beirut in het eten

A plague in the workhouse, a plague on the poor
Now I'll beat on my drum 'til I'm dead
Yesterday, a fever, tomorrow, St. Peter
I'll beat on my drum until then.



Ik weet nu reeds dat ik bij het schrijven van dit stukje voortdurend zal afgeleid worden door de muziek op de achtergrond. Die muziek is verre van achtergrondmuziek. 'Men of good fortune often cause empires to fall while men of poor beginnings often can't do anything at all' zingt Lou Reed in Men of Good Fortune uit het onverwoestbare 'Berlin'. Het zou mijn concentratie ten goede komen de plaat te stoppen maar de enige reden die ik hiervoor kan bedenken is een plots overlijden. Terzake. Men of good fortune. Eén van hen werd geboren als Zach Condon en wist onder de naam Beirut met 'The Flying Club Cup' één van de opvallendste platen van 2007 te brouwen. De 22 (!) jarige Condon flirte op zijn vorig wapenfeit, 'Gulag Orkestar', met muziek uit de Balkan. Op deze plaat neemt hij ons op een trip doorheen het Franse muzikale erfgoed en hij doet dit met onhippe instrumenten als accordeons, trombones, mandolines, ukeleles en bombardons. Het resultaat is een met een aan Brel schatplichtig gevoel voor muzikale dramatiek doordrenkt werkje geworden waar de piepjonge multi-instrumentalist Condon zijn muzikale talent en zijn naïeve onstuimigheid als twee rubberen ballen alle kanten laat opkaatsen. Soms doet hij je daardoor wel eens denken aan dat andere wunderkind Rufus Wainwright maar dan op zijn minst theatraal. De prima single 'Nantes' krijgt ondertussen massaal airplay op de openbare radio en toegegeven, zelden zo een frisse wind horen waaien in het steeds vlakker wordende fm gebied. Het toeval wil dat ik de voorbije zomer mijn tent had opgeslagen op een 40 km van Nantes. Vreemd genoeg roept de song bij mij geen herinneringen op aan de Franse grootstad maar wèl aan de nabijgelegen kust van Saint Nazaire. De schroeiende hitte overdag en de ijskoude zeewind die 's nachts over de camping waaide hoor ik terug in de moodswings op deze plaat. Waarom twijfelen tussen een huwelijksceremonie en een begrafenisplechtigheid als je ze alletwee kunt hebben moet Condon gedacht hebben. Wat me er ineens aan doet denken dat ik tijdens de lange autoritten doorheen Frankijk veel naar Lou Reed heb geluisterd. Stel je voor: Bij valavond de duizenden lichtjes van Parijs voor je zien opdoemen met Berlin loeihard in de wagen. So much for pathos.

Tuesday, January 08, 2008

Bad Seeds 2

"Of course, everybody says they're for peace. Hitler was for peace. Everybody is for peace. The question is: what kind of peace?" - Noam Chomsky



Gisteren besloot ik mezelf nog eens te tracteren op een avondje cinema. De film: de -excusez le mot- neo-western 'The Assasination of Jesse James by the coward Robert Ford'. De plaats: de Roxy in Koersel, nog steeds het best verborgen dorp van Limburg. Onderweg in de wagen floot ik een passend deuntje van The Bobby Fuller Four. Ja, soms ben ik me er eentje. Op de terugweg echter was het fluiten me vergaan. De reden hiertoe waren de voorbije 160 minuten in de pluchen zetel van zaal 2 in de eerdergenoemde bios. Nu, een onderwerp als de verderfelijkheid van de mens heeft bij mij altijd wel een streepje voor op, ik noem maar iets, de opwarming van de aarde. En qua analyse van humaan verderf, gaat regisseur Andrew Dominik met deze film tot op het bot. Zonder franjes. Zonder frivoliteit. Zoals de heer het heeft bedoeld. Ik zeg dit met enige terughoudendheid maar toch een pluim voor Hollywood icoon Brad Pitt die een misantropische en paranoïde Jesse James neerzet die overloopt van issues met zichzelf en de zeitgeist op het einde van de negentiende eeuw. Je krijgt het gevoel alsof hij heel de film een onophoudelijke huilbui in bedwang tracht te houden. Tegenspeler Casey Affleck bewijst nog maar eens waar het ware talent van zijn familie zit. Maar het meest indruk maakte de fotografie van Roger Dealkins die alle registers opentrekt met adembenemende shots van onheilspellende en desolate velden waar de eeuwige koude wind doorheenraast. Elk façet van 'The assasination' lijkt geproduceerd met de rem ingedrukt. Het trage tempo van de film is haast hypnotisch. Tel daar nog de kille, intrieste soundtrack van de heren Cave (ja, hij weer) en Ellis bij die met succes de formule die ze hanteerden bij de score van 'The Proposition' uit 2006 nog eens overdoen. Of de nogal bij de haren getrokken cameo van de kraaienkoning op het einde van de film niet te veel van het goede is laten we in het midden. Allesinds: naar mijn mening staat 'The Assasination', zeker wat de Amerikaanse cinema betreft anno 2007, op eenzame hoogte. Hopelijk blijft de sneeuw er liggen.

Wednesday, January 02, 2008

Toekomstmuziek

"I no longer limit myself."
Karlheinz Stockhausen (1925-2007)















Een maand geleden stierf de avant garde componist/geluidskunstenaar/visionair Karlheinz Stockhausen. Tot zijn fanbase mocht hij goed volk als Zappa, Pink Floyd, Coil, Henry Cow en Sonic Youth rekenen. Leden van zowel Kraftwerk als Can waren in de zestiger jaren volgzame studenten van de Duitse componist. De Beatles brachten aan hem hulde met een plaatsje op de eretribune op de hoes van Sgt. Peppers LHCB. Al wie de voorbije decennia ook maar een beetje gedurfd uit de hoek kwam in de electronische muziek (Aphex Twin, The Orb, Scanner,...) was aan Stockhausen schatplichtig. Dat 's man's maniakele zoektocht naar de perfecte balans tussen organisch en electronisch vaak resulteerde in urenlange, haast onbeluisterbare a-muzikale mantra's, zorgde ervoor dat hij tot aan zijn dood zijn strepen moest verdienen in de marge van de hedendaags klassieke muziek. Als je erover nadenkt was Karlheinz Stockhausen al een punker toen Johnny Rotten nog verwerkt moest worden. De muziek die hij in zijn hoofd had vertok van nul en zijn notenbalk leek verdacht veel op een cardiogram. Voor mij is zijn naam dan ook onlosmakelijk verbonden met tegen de stroom in zwemmen, je hart en je ziel volgen zonder hiervoor comprissen te moeten sluiten. En vooral: de rotzooi in je hoofd doorsjassen en het opnieuw vullen met mooie, inspirerende dingen.

Gelukkig nieuwjaar, in het bijzonder voor de heren Denny Zager en Rick Evans.