Thursday, September 28, 2006

Sin(atra)


"I feel sorry for people who don't drink. When they wake up in the morning, that's as good as they're going to feel all day."


Het heeft lang geduurd voor ik into all things Sinatra ben geraakt. Meezingers als "New York, New York", "My Way" en "Strangers in the Night" leken me indertijd nummers die schalden uit de speakers van de Love Boat of in het beste geval tot bloedens toe verkracht werden in 's werelds karaokebars. Het was allesinds muziek die veraf stond van de leefwereld van een jonge skateboarder. Tot ik een tiental jaren geleden het nummer 'The Best is yet to come' (tevens het grafschrift van de man) op de radio hoorde. Wéken, maanden, bleef die tune in mijn hoofd zitten. Ik bezwijkte en kocht op de rommelmarkt een Sinatra plaat. Ik heb er tot de dag van vandaag geen spijt van gekregen.
Eerst die lichtvoetige piano-intro en dan die dijk van een stem:
"Out of the tree of life, I just picked me a plum
You came along and everything started to hum
Still its a real good bet, the best is yet to come"
Eenvoud kan mooi zijn en Sinatra was eenvoud pur sang. Zijn nummers gingen bijna allemaal over het krijgen of het niet krijgen van vrouwen. Ongevaarlijke liedjes die het equivalent waren van op een luie zomerdag pootje baden. Maar ik raakte pas echt in de ban van Sinatra toen bleek dat hij een eersteklas hufter was. Dronkaard, vechtjas, vrouwenverslinder, maffiavriend, uitbuiter en megalomaan. Plots was het idool van bejaarde rijkelui de verpersoonlijking van het kwade. Beter nog: hij was een bendeleider en zijn bende noemde zichzelf The Rat Pack. Dean Martin, Sammy Davis Jr. en (de minder bekende acteur) Peter Lawford specialiseerden zich in keetschoppen. The Pack belichaamde alles wat niet mocht in het Hollywood van de jaren '50. Na het zien van 'Oceans 11' was ik een fan. De muziek was nog slechts een onderdeel. Het was de hele sfeer, de attitude, de maatpakken, de cocktails, de sigaren, de arrogantie, de oneliners... Voor mij waren Sinatra en zijn Rat Pack punkers die het systeem van binnenin aanvielen. Vanavond was er de documentaire 'Sinatra: Dark Star' op televisie. Ik kwam niets te weten wat ik nog niet wist maar toch raakte ik weer onder de indruk van de decadente levensloop van de oppercrooner.

Kunstzakken pt. 2: Banksy


"Be aware that going on a major mission totally drunk out of your head will result in some truly spectacular artwork and at least one night in the cells."

Wie van mening is dat kunst terug naar de straat moet, zal ongetwijfeld houden van deze Londenaar. Graffiti kunstenaar Banksy (né Robert Banks) is zowat de beroemste onder de zgn. stencil artists. Deze techniek bestaat eruit om eerst een werk in malvorm uit te snijden uit een stuk karton en er vervolgens met een spraycan overheen gaan. Banksy is het meest in zijn nopjes als hij het pleps kan treiteren. Enkele voorbeelden: Op gevels waar dagelijks zowat honderden mensen een foto maken (vb. London Bridge, Eifeltoren op achtergrond) spuit hij in grote, zwarte letters 'this is not a photo opportunity'. Op de grote grijze muur die Israel scheidt van de bezette, omliggende landen schildert hij een vierkant vlak 'om uit te knippen'. Sommigen kunnen dit naief en kinderachtig vinden maar zelf ben ik van mening dat er te weinig kunstenaars zijn die op zulk een hardnekkige manier 'volharden in de boosheid'. In zijn werk gaan onvrede en hoop hand in hand. In feite is hij een wereldverbeteraar die met zijn spraycans ten strijde trekt tegen de dreigende windmolens van de wereld. Inmiddels is zijn naam een begrip in Engeland: geliefd door velen, gehaat door velen. Vaak geïmiteerd, nooit geëvenaard. Banksy laat het beton tot leven komen.
Nog een om het af te leren: Toen de kunstenaar gevraagd werd:"Is graffiti art or vandalism?" Het antwoord: "That word has a lot of negative connotations and it alienates people, so no, I don't like to use the word 'art' at all."
Check: www.banksy.co.uk

Kunstzakken pt. 1: Camille Rose Garcia


"Laundry and dishes never get done, dogs hang around with balls in their mouths, tails wagging, and still I sit and draw, trapped in my own creepy inner world. It's terrible, I know
..."

Vaak, 's avonds laat, wordt er in louche bordelen en afzuipkroegen wel eens gepraat over 'beeldende kunst'. Een onderwerp dat de recente jaren zwaar heeft moeten inboeten, zeker bij het jonge volkje. Voornaamste oorzaak hiervan is de eindeloze stroom conceptuele crap die er in de gallerijen en kuntencentra te lande te bezichten is en door een steeds groter wordende elite snobs wordt bewierrookt. Noem mij gerust een ouderwetse zeur maar ik werd vroeger vooral bezield door Picasso, Pollock, Duchamp, Schiele, Escher, Bacon... Kunst die tegen schenen schopte, hard tegen schenen schopte. Kunst die voortkwam uit ongenoegen en kunst die ongenoegen losweekte. Dit brengt met zich mee dat ik quasi onwetend ben wat betreft hedendaagse kunst anno nu. Toch wil ik u twee artiesten van nu aanprijzen wiens werk ik al enkele jaren met groeiende bewondering volg. De eerste van die twee is de in de L.A. wonende en werkende dertiger Camille Rose Garcia. Haar aan old skool Disney referende schilderijen roepen een fantastische, macabere sprookjeswereld op waar Tim Burton zich zeker thuis zou voelen. Garcia groeide op in de L.A. punkscene van de jaren tachtig. Het is dan ook niet verwonderlijk dat haar werk al platenhoezen sierde van o.a. Jello Biafra en Melvins. Haar horrorfantasiën zijn dan ook steeds weer anarchistische pamfletten die de onderdrukking van de maatschappij op de korrel nemen. Doe uzelf een cadeau en schaf het boek 'The Saddest Place on Earth - The Art of Camille Rose Garcia' (2005, Last Gasp Press) aan. Check:www.camillerosegarcia.com

Tuesday, September 26, 2006

Sidder en Cave!


"It's the only thing on my face that seems to be flourishing these days."
NICK CAVE on his new Mexican-style moustache.

Nick Cave. Martyn Casey, Warren Ellis en Thomas Wylder. Ze noemen deze bezetting The Grinder Man, naar de gelijknamige John Lee Hooker song. Gisteren zag ik ze van dichtbij in de Antwerpse Koningin Elisabethzaal. Wat Cave door de jaren heen verloren heeft aan boosheid (Er was een tijd dat hij het podium opstapte met een blik van razernij in zijn ogen alsof hij elk moment de eerste rijen tussen zijn boterham ging smeren en opeten... Er was ook een tijd dat hij dat dééd) heeft hij gewonnen aan charisma. Met zijn gringosnor ziet de Australische bard eruit als een fusie tussen Will Oldham en Lemmy Kilmister. Cool! De muziek was van een excelent niveau: we herinneren ons vooral schroeiende versies van Tupelo, Red Right Hand, The Mercy Seat, The Wheeping Song, Dianna, Henry Lee, God is in the house... De kraaienkoning was duidelijk in zijn hum met het devote publiek (lees: eenieder die het zich kon permitteren om 50 euro neer te leggen voor zulke exclusieverij). Ik kon het in elk geval niet maar de concertgoden bleken me gunstig gezind dit weekend. Wat resulteerde in dat ik een uur na het optreden met Cave en gevolg 'bollekes Koninck' zat te drinken in de luxueuze foyer van het Antwerpse Radisson-Sas hotel. Met dank aan Bad Seed bassist en ex-Triffid Martyn Casey, hoogstwaarschijnlijk de meest stijlvolle en meest stonede Australiër die ik ooit zal tegenkomen. In die omstandigheden een gesprek met Cave beginnen zou erg in mijn nadeel uitgevallen zijn dus bleef het bij het doorgeven van een pakje tabak. In het dagelijkse leven een triviale handeling maar op dat moment een ware heldendaad. Alsof ik het vuur van Olympus doorgaf. Alsof het doorgeven van rookwaren mijn enige lotsbestemming was. Ach, nog een uur later liep ik met vrienden door nachtelijk Antwerpen op zoek naar de wagen. En nog 6 uur later werd ik wakker door het gespin van mijn kat. Alles is relatief, zelfs een Aussie met een snor.

Sunday, September 24, 2006

Viva Chenaski!


"I decided to clean up the apartment. I thought I must be turning into a fag."


Henry Chinaski. Ik leerde deze notoire dronkelap kennen door de film 'Barfly', ergens eind jaren tachtig. Het was pas enkele jaren later dat ik op zoek ging naar de zieleroerselen van zijn geestelijke vader en alter ego, Charles Bukowski. De 500 pagina's tellende Bukowski bloemlezing 'Run with the hunted' ligt sindsdien binnen handbereik als ware het de bijbel zelf. Gedichten, kortverhalen en romans heb ik van hem verslonden. Buck wist zijn leefwereld dan ook zo stijlvol te verwoorden dat hij wel campagne leek te voeren voor alcoholisme, hoereloperij en nihilisme tout court. Tot geen van de drie heb ik me laten bekeren maar de krasse knar heeft me er indertijd wel ertoe aangezet om zo nu en dan de pen ter hand te nemen en spontane anarcho-gedachtenkronkels en (tot nergens toe leidend) pseudo-gefilosofeer neer te schrijven en dit in de vorm van gedichten of kortverhalen.

Vandaag zag ik Chinaski nog eens boven de plee hangen, op de vuist- en van bil gaan in de film 'Factotum' van de Noorse regisseur Bent Hamer (zijn vorige film 'Kitchen Stories' deed het niet slecht op de Europese filmfestivals). Matt Dillon zet een erg sterke vertolking neer als de op de dool zijnde schrijver in wording. Geen overacting of theatraliteit waar het personage van Chinaski wel toe verleidt (de val waar Mickey Rourke wèl in trapte) maar een ingetogen en haast minimale performance. De film verhaalt de alledaagse beslommeringen van de anti-held voor zijn grote doorbraak met romans als 'Post Office' en 'Women'. Deze beslommeringen bestaan voornamelijk uit om de haverklap ontstlagen worden, zich bezuipen en neuken, met alle gevolgen vandien: zonder geld zitten, op straat gegooid worden en schaamluis krijgen. Vintage Bukowki en just as we like it. Of de schrijver zelf tevreden zou zijn over 'Factotum' hebben we het raden naar. Waarschijnlijk zou het hem geen ene moer uitgemaakt hebben. Tot slot nog even melden dat we op zoek gaan naar de Noorse chanteuse Kristin Asbjørnsen, die de volledige soundtrack van de film voor haar rekening nam. We hoorden typische après-nachtbraak chansons waarin de tristesse van Billie Holliday nooit veraf is. Uitchecken die handel, de film èn de soundtrack.

het lief van Elvis

"Some people like to rock some people like to roll
But movin' and a groovin' gonna satisfy my soul"


Luipaardmotiefjes, hoge hakken, double deuce, ace of spades, doodshoofden, vlammen, hotrods, vetkuiven, polka dots,... the works! Ook al reken ik mezelf er niet bij, toch voel ik een grote affiniteit met de rockabilly scene. Alleen al omdat ze je het gevoel geven in 'Grease' of 'Cry Baby' te zijn beland. Ieder die een beetje vertrouwd is met de roots van rock 'n roll was gisteren afgezakt naar Antwerpen. Niemand minder dan de first lady of r'n r, Wanda Jackson (inmiddels 66 lentes jong!), hield er de hoogmis. Jackson wordt overal ter wereld erkend als de hogepriesteres van de Rockabilly. Goed volk als The Cramps en Jon Spencer adoreren haar. Jackson starte haar carrière in 1956. In die periode trok ze op met ene Elvis Aaron Presley. The King deed haar binnen en leerde haar in één weg waar rock 'n roll om draaide. De eerste rockzangeres was geboren. Dat de toenmalige scène, die zich voornamelijk situeerde rond het legendarische Sun label uit Memphis, een mannenaangelegenheid was liet zich al snel blijken. Resultaat was dat iconen als Johnny Cash, Jerry Lee Lewis, Little Richard, Buddy Holly, Chuck Berry... haar de loef afstaken in de Amerikaanse hitcharts. Het was dan ook drie jaar wachten op een n#1 hit. Uiteraard kwam die er niet in de states maar in 1960 prijkte het swingende 'Fujiyama mama' bovenaan de Japanse hitlijsten. Eén jaar later volgde de wereldwijde doorbraak met "Let's have a party'. Samen met 'Riot in cellblock n°9' waren het de drie hoogtepunten van het concert gisteren. Wanda Jackson: alweer een uithangbord voor de senioren, het lijkt niet op te houden deze maand. Onderweg naar huis was mijn Fiat eventjes Greased Lightnin'... totdat een BMW me aan 160 per uur voorbijraasde. Bummer.

Wednesday, September 20, 2006

Simon says


"Tegen de pijn.Tegen de verlamming.
Tegen de verbittering.
...
"Tegen de hopeloosheid.
Tegen de uitzichtslozen.

Voor de vrijheid.
Voor het leven.
Voor het eeuwige voortbestaan.
Het steeds opnieuw weer moeten beginnen.
Het steeds opnieuw weer moeten beamen
En schaterlachen ja schaterlachen ja
razen ja huilen ja schelden ja tieren
ja ja ja ja."

Inspirerende woorden van de Nederlandse beatdichter Simon Vinkenoog. In februari van dit jaar had ik het voorrecht deze uitzondelijke mens te mogen ontmoeten en een dag met hem door te brengen. Net zoals bij recente doortochten van oerpunkers als NOMEANSNO, THE EX, MISSION OF BURMA... en jazziconen als Peter Brötzmann, Suny Murray, Arthur Doyle, Archie Shepp, Han Bennink, Cecil Taylor... werd ik bij de schrijver gerustgesteld dat oud zijn niet per sé hoeft gepaard te gaan met gemijmer, petanque en incontenentieluiers. Vink gromt, jazzt, huppelt, schatert, swingt en blowt er nog steeds naar hartelust op los. Hij wordt er alsmaar jonger van. Aanleiding van dit stukje was het programma 'Profiel' op ned3 vanavond. Alleen jammer dat er geen archiefbeelden van de jonge Vinkenoog te bespeuren waren. Wel recente opnames van performances op o.a. Lowlands en op diverse locaties in zijn thuisbasis Amsterdam. Het wordt stilaan tijd voor een deftig eerbetoon aan deze beatnik van de lage landen. Hierbij denk ik dan aan een docu-film van het kaliber van 'Jazz is my religion', over Jules Deelder, die eerder dit jaar verscheen. Nu ik hierover nadenk is het vreemd dat Vink en Deelder nog nooit de handen in mekaar hebben geslagen: beide heren laten zich in hun schrijvelarij inspireren door jazz, alletwee zijn ze performers die zich graag laten omringen door muzikanten en tevens zijn ze mannen van de straat, Vinkenoog in Amsterdam, Deelder in Rotterdam... Overeenkomsten zat dus. Maar met dit soort onbenulligheden houdt Vinkenoog zelf zich niet bezig. Wat voor hem telt is de vrijheid, de liefde en de beat... en de beat goes on.

Tuesday, September 19, 2006

the Price is right


Na een afmattende zwempartij erg genoten van de film 'Laura' van Otto Preminger. Vreemd om een jonge Vincent Price te zien zonder de obligatoire grafzerken, Poe speak, capes en oprijzende mist. Price is de man die tussen de jaren '40 en '70 een nooit eerder geziene 'cool' in het horrorgenre wist te integreren. Voor de leken: Vincent Price is de grafdelversstem in de intro van Michael Jacksons 'Thriller' en nog later de papa van ene Edward Scissorhands. De ravisante 'dame' Gene Tierney (1920 - 1991) was een ontdekking. "Dames will try to pull the switch on you". Indeed they do.

Monday, September 18, 2006

and if the devil is 6...

Uren kan ik doorbomen over het tragische genie Daniel Johnston! Ook pleit ik schuldig één van de velen te zijn die op zoek ging naar het mysterieuze "hi, how are you?" t-shirt dat Kurt Cobain droeg tijdens de MTV awards ergens midden jaren negentig.Vorig jaar wist de spraakmakende VPRO documentaire heel wat zieltjes te winnen voor allround kunstenaar Johnston. Nu is er de docu-film 'The Devil and Daniel Johnston', waar aan de hand van o.a. super8 filmmateriaal een eerlijk beeld geschets wordt van de geplaagde troubadour. Schrijnend is de fase waar Johnston's obsessie met religie en Satan in het bijzonder, hem de dieperik in sleurt. De film liet me achter met een krop in de keel en bewees eens te meer dat de grens tussen genie en waanzin erg dun kan zijn.

Welkom in Hellwood!



"Their voices are chalk and cheese. . . Johnny Dowd's is an earthy rumble, Jim White's is a reedy moan. But this meeting of two great outsiders is a master-class in noirish ruminations from the deep south set to soupy, funked-up rock 'n' soul. . . Joining them in their imaginary nightmare outpost of Hellwood, population 3, is multi-instrumentalist Willie B. Between them, they kick up an unholy racket. They appear to strike up a rich, but questioning dialogue with God. Clearly Katrina and the war in Iraq are on their minds but so are humdrum human concerns—all ingredients in the big chainsaw of life. Genius." Hier heb ik niets meer aan toe te voegen. Zalig zijn zij die dit heerschap live aan het werk kunnen zien in de AB op 5 oktober a.s. Enkel hopen dat Dowd zijn drankzucht kan uitstellen tot na het optreden

badass grandpa's

13 nummers, 53 mins. 10de NOMEANSNO plaat, zes jaar wachten wordt beloond! Ausfahrt, Ass Fart - whatever. NMN weet op deze plaat hun livesound sterk te benaderen door te kiezen voor een rauwe en recht voor de raap productie. Gitaren hotsen en botsen als vanouds of hoe drie oude knarren het jonge grut van de huidige punkscene met hun vingers in de neus naar huis spelen! Kapen in één weg ook de prijs van coolste songtitel: "Heaven is the dust beneath my shoes"... Was ik al maar bejaard!

arg! Rogue's Gallery!


Onlangs aangeschaft: De dubbelaar Rogue's Gallery - Pirate Ballads, Sea Songs & Chanteys. Het idee achter deze plaat kwam tot stand tijdens de opnamen van de 'Pirates of the Carribean' films. Gore Verbinski en Johnny Depp vroegen Hall Willner om een groep muzikanten en componisten te verzamelen in zowel New York als Londen. Maar voor het zover was moest Willner zijn neus in archieven en oude partituren steken teneinde een reeks zeemansliederen te verzamelen die de plaat zouden sieren. De ongelofelijke backcatalogue van Alan Lomax was hierbij uiteraard een schatkist. En dan de muzikanten: Je hebt goed volk als Lou Reed, Nick Cave, David Thomas (Pere Ubu), Gavin Friday (Virgin Prunes), Antony, Joan as Police Woman, Bill Frisell en haaievoer als Bono en Sting. Maar het eindresultaat mag er wezen... Je hoeft maar de liner notes van Willner te lezen om te concluderen dat de man zijn hart en ziel in deze plaat heeft gestoken. Sixteen men on a deadman's chest nog aan toe!

Que?


Nic heeft een blog aan zijn been. Nighthawks at the Diner. Een reproductie van 'Nighthawks' van Hopper hangt achter mijn rug aan de muur, hence de naam. Onlangs zag ik het schilderij tot leven komen in 'Profondo Rosso', een film van de Italiaanse grootmeester Dario Argento. Tom Waits gebruikte de titel ook voor een van zijn vroege platen. Een echte nachtraaf kan ik mezelf niet meer noemen. Maar in mijn hoofd denk ik het wel te zijn. Bij deze open ik mijn schrijfcafé waar naar believen geluld, geklaagd, gefilosofeerd en ja, zelfs op de vuist gegaan kan worden. Onderwerpen als muziek (vooral muziek),boeken en films zijn als kolen op de kachel. Ons credo: Elitair als f*ck, marginaal als de pest.
Bezoek Nighthawks bij voorkeur met een glas whisky binnen handbereik, misschien met Billie Holiday op de achtergrond. Winter is in aantocht...