Wednesday, September 12, 2007

Cremer vs Cremer

"Het leven is een éénmansguerilla"


"Ooit word ik beroemd" zei de jonge Jan Cremer. Nu zijn er wel vaker jongelui die dit voornemen plegen te hebben. Sommigen vinden later werk als pompbediende of rekkenvuller of weten je in een zwierige volzin de weg naar de dichtbijzijnde kroeg te beschrijven. Maar niet Jan Cremer. Hij werd beroemd. Hij verstond als geen ander dat provocatie een uitstekende vorm van publiciteit is. Zo hing hij als achttienjarige een prijskaartje van een miljoen gulden aan een schilderij van eigen hand. Door dit te doen verscheen hij op de nationale televisie. Jan Cremer was een schilder die schijver werd... voor hij tot de vaststelling kwam dat hij toch eigenlijk een schilder was. Zo publiceerde hij in 1964 de roman 'Ik Jan Cremer'. Het boek deed aardig wat stof opwaaien bij de goegemeente. De roman stond dan ook bol van geweld, vrije liefde en nam het op voor een levenshouding die bij de brave burgers niet door te beugel kon. De niet zo brave burgers hadden er echter een held bij voor het leven en Cremer werd zo'n beetje de Hollandse Kerouac. De roman beschrijft hoe Cremer als jonge snaak gekneed wordt in weeshuizen tot de full grown hedonist die nu eens een hart, dan eens een neus breekt.

Cremer was de oermens, de übermacho die zonder pardon een vork in de hand van zijn vrouw plantte als die een hapje uit zijn bord wilde proeven. De wetten van het weeshuis weetjewel. 'Ik Jan Cremer' is het soort jongensboek dat je het gevoel geeft dat anderen welliswaar ervaren bij een voetbalmatch. Het GRRRRRRR gevoel. Niet dat het in de bedoeling van de schrijver lag maar het kickstart je zelfvertrouwen. In het geval van Cremer is zelfvertrouwen synoniem voor zelfverheerlijking en egoïsme maar het werkt wèl. "Ik lees niet, ik word gelezen" aldus Cremer. Met de opbrengst van het boek vertrekt hij in 1964 naar New York en vestigt zich in het vermaarde kunstenaarshol Chelsea Hotel. Na het eerste boek volgde er een 'boek twee' en het magnum opus 'De Hunnen'. In de jaren zeventig ruilde hij de schrijfmachine terug in voor verf en penseel en verfijnde zijn vroegere 'peinture barbarisme'. Zijn werken, waarin steeds elementen van het Hollandse landschap terugkwamen, sloten nauw aan bij het abstracte expressionisme van Karel Appel en de Cobra beweging. Later wist hij zijn schilderwerk te combineren met zijn vele reizen. Deze waren vaak een reconstructie van de trektocht van de Hunnen onder Attila en de Mongolen onder Djenghis Khan. Met deze volkeren voelde hij zich sterk verwant, zelfs voordat een genealoog ontdekte dat Cremer zelf langs moederskant uit Mongolië stamt.
Vandaag een week geleden zag ik een documentaire over het fenomeen Jan Cremer. Altijd hartverwarmend om vast te stellen dat je jeugdhelden, dood of levend, af en toe nog eens wat airplay krijgen. Hierdoor worden ook de herinneringen die eraan vast hangen smeulende gehouden.

No comments: